Elena Domínguez

De coördinator van de CSIC (Consejo Superior Investigaciones Científicas) delegatie in Brussel vertelt over haar interdisciplinaire projecten en de uitdagingen waar ze voor staat op wetenschappelijk gebied.
Waarom ben je je gaan specialiseren in analytische chemie en welke aspecten van dit vakgebied vind je het spannendst?
Ik ben apotheker en heb me gespecialiseerd in analytische chemie vanwege mijn interesse in metrologie als middel om de chemische samenstelling van medicijnen, voedsel of de lucht om ons heen te begrijpen, om maar een paar voorbeelden te noemen. Omdat ik me niet aangetrokken voelde tot de industrie en ook niet van ziekenhuizen hield, koos ik ervoor om op de universiteit te blijven en naar het laboratorium te gaan, waardoor ik mijn intuïtie voor analytica kon volgen. Ik ben gepassioneerd door het ontcijferen van informatie die gecodeerd is in materie om deze toegankelijk te maken voor menselijk begrip om zo een sociaal voordeel of impact te bereiken dat een groot aantal werkgebieden omvat, van klinische diagnose tot de detectie van leven op andere planeten, en niet te vergeten het milieu of voedsel, om er maar een paar te noemen.
Bent u in uw carrière als vrouw in de wetenschap voor belangrijke uitdagingen komen te staan? Welk advies zou u jonge vrouwen geven die een wetenschappelijke carrière ambiëren?
De grootste uitdagingen in de wetenschap gelden voor alle seksen, de verschillen ontstaan wanneer de omgeving ze acuter of intenser maakt en ontoelaatbaar, wat leidt tot discriminatie en onrechtvaardigheid. Concurrentie is inherent aan onderzoek, d.w.z. niet alle medewerkers die via een doctoraat in onderzoek beginnen, gaan in een op onderzoek gebaseerd beroep werken. Wat vermeden moet worden is dat de wetenschappelijke cultuur van een instelling, een regio of een land één of twee of eender welk geslacht uitsluit om eender welke reden. De vraag die we onszelf moeten stellen is: is er sprake van genderdiscriminatie in het onderzoek? Mijn antwoord is ja, maar ik bevestig ook dat de samenleving in de afgelopen 40 jaar drastisch is veranderd en dat het nu belangrijk is om in deze richting verder te gaan en vooral niet achteruit te gaan. Mijn enige advies aan jonge vrouwen is om hun eigen wil te volgen en na te streven en te proberen hun eigen identiteit en roeping te vinden, ongeacht sociale, familiale of andere druk.
Hoe ziet u de evolutie van het bio-elektrochemisch onderzoek en wat denkt u dat de impact ervan zal zijn op de toekomst van de geneeskunde en de biotechnologie?
Van oudsher heeft de bio-elektrochemie zich gericht op de studie van elektronische interacties tussen biologische systemen en geleidende oppervlakken. Vandaag de dag is deze discipline uitgebreid en heeft zich gevestigd als een integrerende as tussen biotechnologie, gepersonaliseerde geneeskunde, nanotechnologie en kunstmatige intelligentie (AI). Het bio-elektrochemisch onderzoek ondergaat een diepgaande en strategische transformatie.
Dankzij nanotechnologie ontwerpen we gefunctionaliseerde oppervlakken op nanoschaal die de bio-elektrochemische interactie met enzymen en cellen exponentieel verbeteren. Dit is de sleutel tot meer gepersonaliseerde geneeskunde, waarbij geminiaturiseerde, zelfs implanteerbare apparaten continue diagnostiek, voorspelling van terugval en gerichte medicijnafgifte kunnen bieden. Ook relevant vanuit een ander perspectief is het creëren van biologisch afbreekbare biosensoren en de ontwikkeling van bio-elektrochemische systemen die organisch afval omzetten in energie of nuttige biomoleculen. Deze integratie maakt vooruitgang mogelijk naar een schonere en meer zelfvoorzienende biotechnologie.
Tot slot zijn AI en machine learning, waar ik me jaren geleden met verschillende samenwerkingsverbanden in heb verdiept, de manier waarop elektrochemische gegevens worden verwerkt aan het herdefiniëren. Dieplerende algoritmen maken het nu mogelijk om patronen te detecteren in grote hoeveelheden elektrochemische signalen, belangrijke biomarkers te identificeren en complex biochemisch gedrag te voorspellen.
Alle wetenschappelijke vooruitgang loopt parallel met de transformatie van onze wetenschappelijke cultuur naar een wetenschap die open, duurzaam en collaboratief is en zich inzet voor grote maatschappelijke uitdagingen.
Welke rol ziet u weggelegd voor interdisciplinaire samenwerkingen in de vooruitgang van de wetenschap en hoe heeft u deze in uw werk geïntegreerd?
Om grote maatschappelijke uitdagingen op de wetenschappelijke agenda te krijgen, zijn interdisciplinaire samenwerkingsverbanden nodig. De complexiteit van het aanpakken van klimaatverandering is het meest directe voorbeeld, en de coronavirus pandemie zelf heeft ons herinnerd aan het One Health concept en de noodzaak om gezondheid van mens, dier en milieu met elkaar te verbinden.
De meest ontwrichtende ideeën in de wetenschap komen vaak voort uit interdisciplinair werk. Dit wordt momenteel gestimuleerd door de onderzoeksfinancieringsinstanties zelf en is daarom een stimulans om middelen te verkrijgen.
Mijn persoonlijke ervaring is dat interdisciplinariteit mij ook in staat heeft gesteld om sociale actoren bij onderzoeksprojecten te betrekken; ik heb deelgenomen aan consortia waarin wetenschappers, technologen en patiëntenverenigingen samenwerken. Dit democratiseert niet alleen de wetenschap, maar verbetert ook de toepasbaarheid en werkelijke impact ervan.
Kunt u een anekdote of ervaring vertellen die uw carrière heeft getekend en het belang van wetenschappelijk onderzoek in de samenleving weerspiegelt?
Enkele jaren geleden werkte ik als ontwikkelingswerker in internationale programma's gesponsord door de Universiteit van Alcalá in Nicaragua. Ik herinner me dat ik tijdens een van de propedeuseworkshops in Managua sprak over het opsporen van lood als verontreinigende stof en het belang van het kunnen meten van lood in sporenhoeveelheden, terwijl ik uitlegde hoe dat moest. Na een paar minuten vroeg een van de deelnemers toestemming om te spreken. Met een intonatie vol muziek en lieflijkheid die ik helaas niet kan overschrijven, maar die nog steeds nazindert in mijn oren, vroeg ze me: "Weet je hoe we lood detecteren in Nicaragua?"Ik was verbaasd en ik moet het in mijn gezichtsuitdrukking hebben laten zien, want ze verbrak al snel mijn zwijgen om haar hand in de vorm van een pistool op te heffen en zei, terwijl ze het rechtstreeks op me richtte, op een veel plechtiger manier dan waarmee ze me had ondervraagd: "in de maag" Het was begin jaren negentig en veel van de deelnemers hadden deelgenomen aan de Sandinistische revolutie. Die nacht kon ik niet slapen en verscheurde ik alle aantekeningen die ik voor de conferentie had gemaakt. Deze vraag heeft me mijn hele academische leven achtervolgd en weerklonk in mijn oren voordat ik een universitair klaslokaal binnenging.
Welke initiatieven of projecten die de wetenschappelijke samenwerking tussen Spanje en de Europese Unie hebben versterkt, zou u tijdens uw periode als CSIC-afgevaardigde in Brussel willen benadrukken?
Gedurende mijn bijna vijf jaar in Brussel heb ik de kans gehad om een aantal van de vele wetenschappelijke activiteiten van de CSIC te promoten als het vlaggenschip van het onderzoek in Spanje. Daarnaast heb ik het tempo en het ritme van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie en in het bijzonder in acties met betrekking tot de Europese Onderzoeksruimte (ERA) overgebracht naar het hoofdkantoor in Madrid. Onze samenwerking met de Spaanse ambassade in België is intens en ik heb de gelegenheid gehad om drie ambassadeurs en twee adviseurs van cultuur en wetenschap te ontmoeten die altijd hun fysieke en mentale deuren hebben geopend om bijvoorbeeld de tentoonstelling Slavernij en de culturele erfenis van Afrika in het Caribisch gebied te organiseren of ook en in dit geval in samenwerking met het Cervantes Instituut in Brussel om een wetenschappelijke conferentie te houden onder leiding van een onderzoeker die de nationale onderzoeksprijs voor natuurkunde van 2024 heeft gewonnen en gericht op middelbare scholieren. In samenwerking met het Instituut Cervantes, waar wetenschap en cultuur ook de dialoog aangaan als instrumenten voor cohesie, organiseren we een reeks jaarlijkse bijeenkomsten die synergieën tussen onderzoekers, instellingen en burgers bevorderen en zo de aanwezigheid van het Spaanse wetenschappelijke systeem in Europa versterken.
Wat is uw favoriete plek in België/Brussel en welke speciale betekenis heeft het voor u?
Ik zou de nadruk willen leggen op de Brusselse wolken, de architectuur, de parken en de culturele diversiteit en dat allemaal te voet, want dat is een van de troeven van Brussel, het is een stad die te voet te doen is. Ik ga graag naar het Koningsplein, met zijn permanente wegwerkzaamheden en verkeerschaos, om de stad te bekijken vanaf de Kunstberg. Voor mij is Brussel thuis, ik voel me welkom in de stad ondanks dat ik weinig Belgen ken; het is voor mij hetzelfde als in Madrid, dat ook mijn thuis is zonder dat ik uit Madrid kom. Het zijn heel verschillende thuissteden, maar beide steden zijn erg gastvrij. Brussel moet ontdekt worden, want in veel gevallen komen mensen hier voor werk en een kort verblijf, waardoor ze niet van de echte stad kunnen genieten. En dat verdient het.